Wettelijke licenties

Het basisprincipe van het auteursrecht stelt dat er voor het gebruik van een auteursrechtelijk beschermd werk toestemming gevraagd moet worden aan de rechthebbenden. Voor een aantal specifieke gebruiken is dat echter niet nodig, maar werd er wel een wettelijk vastgelegde vergoeding voorzien ter compensatie. Het gaat hier met name om:

  • de reprografie (ook wel kopierecht): voor het kopiëren van en naar papieren (of soortgelijke) drager
  • het leenrecht: voor de openbare uitlening van werken in een door de overheid erkende instellingen (de openbare bibliotheken)
  • de vergoeding voor onderwijs en onderzoek: voor het kopiëren en digitaal gebruik in het onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek
  • het thuiskopierecht (ook wel privékopie): voor het kopiëren voor persoonlijk gebruik

Daarnaast ontvangt deAuteurs van Reprobel sinds kort ook rechten die buiten de wettelijke licenties vallen, met name voor prints en digitaal hergebruik.

Inning van de rechten

deAuteurs klopt niet bij elke bibliotheek, bij elk bedrijf of privépersoon afzonderlijk aan om de rechten te innen. De inning gebeurt door de overkoepelende beheersvennootschappen Auvibel (privékopie) en Reprobel (alle andere rechten). Er wordt daarbij niet gekeken naar wat effectief gekopieerd of uitgeleend werd. Dat zou onbegonnen werk zijn. De manier van inning werd per wettelijke licentie vastgelegd in het Wetboek Economisch Recht (WER), de tarieven in een Koninklijk Besluit (KB). Voor de vergoeding voor onderwijs en onderzoek wordt er bijvoorbeeld gekeken naar het aantal leerlingen, voor het leenrecht naar een combinatie van het aantal werken in de collectie en het aantal uitleningen, …

Nadat de rechten door Auvibel of Reprobel werden geïnd, worden ze in eerste instantie verdeeld onder de verschillende groepen van rechthebbenden, die verzameld zijn in colleges. Reprobel telt naast het auteurscollege ook een uitgeverscollege. Auvibel omvat ook colleges voor de rechthebbenden van audiovisuele- en geluidswerken. Eens het bedrag per college gekend is, worden de bedragen verdeeld onder de categorieën van werken (bv. literaire, journalistieke of wetenschappelijke teksten) en vervolgens onder de leden van het college (de beheersvennootschappen). Het aandeel dat aan elke beheersvennootschap toekomt, wordt berekend op basis van gebruikersstudies en de analyse van het repertoire dat door elke beheersvennootschap wordt vertegenwoordigd.

Verdeling en berekening van de rechten

De bedragen die deAuteurs van Reprobel en Auvibel ontvangt, zijn nog niet geïndividualiseerd. Ze werden met andere woorden nog niet aan een specifiek werk of een specifieke auteur gekoppeld. Het berekenen van de individuele rechten gebeurt door medewerkers van deAuteurs, aan de hand van het verdeelbarema voor de rechten in kwestie. De verdeelbarema’s schatten aan de hand van objectieve parameters hoeveel kans een specifiek werk maakt op gekopieerd of uitgeleend te worden. Het gaat onder andere om de taal van het werk, het aantal pagina’s, het aandeel in het werk, … Aan de hand van deze parameters wordt er voor elk werk een puntwaarde berekend. Op basis van die puntwaarde wordt het bedrag voor een bepaalde categorie aan werken verdeeld onder alle werken binnen die categorie.

Afhankelijk van de aangifte in het jaar in kwestie of in de voorgaande jaren, ontvangt de auteur van ons een proportionele vergoeding (voor recente werken), een forfaitaire vergoeding (voor het hele oeuvre) en een forfait, dat jaarlijks wordt vastgelegd door de Raad van Bestuur.

Meer weten? Download hier de algemene regels inzake verdeling.

Opgelet: op de vraag hoeveel een werk of pagina zal opbrengen kunnen wij jammer genoeg onmogelijk op voorhand antwoorden. De hoogte van de vergoeding is rechtstreeks afhankelijk van het jaarlijks ontvangen bedrag en het aantal overige werken en rechthebbenden in dezelfde categorie.

Uitbetaling van de rechten

We voorzien in principe jaarlijks één betaling per soort rechten en per verbruiksjaar. De reprografierechten worden rond 1 december betaald. Het gaat steeds om de rechten van het voorgaande jaar (bijvoorbeeld, in 2022 ontving je de rechten voor verbruiksjaar 2021). De literaire thuiskopierechten worden standaard in het voorjaar uitbetaald. Je ontvangt dan de rechten voor verbruiksjaar X-2.

Het leenrecht volgt in het late voorjaar/de zomer. Gezien Reprobel het leenrecht altijd met vertraging ontvangt, betalen wij je op dat moment je rechten uit met betrekking tot verbruiksjaar X-3.

Ben je overgestapt van een andere vennootschap? Let dan op dat je de rechten tot en met het jaar van je ontslag van je oude vennootschap ontvangt. Bijvoorbeeld: je bent aangesloten bij deAuteurs sinds 1 januari 2022. Je ontvangt je rechten voor verbruiksjaar 2021 nog via je oude vennootschap. In het najaar van 2023 mag je je eerste rechten van ons verwachten, namelijk de reprografierechten van verbruiksjaar 2022.

Zonder aangifte geen vergoeding

Geef je werk op tijd aan. Momenteel kan dat enkel per mail via de klassieke aangifteformulieren. Vanaf het voorjaar 2024 zal je dat ook online kunnen via de nieuwe module die we dan lanceren.

Opgelet: niet alle werken komen in aanmerking. Lees altijd goed de instructies in de oproepmail na, of contacteer ons als je twijfelt.

Jaarlijks brengen wij onze leden via verschillende kanalen op de hoogte van de aangiftedeadline (dat is normaal rond 1 september). Hou dus zeker onze website, Facebook en Instagrampagina in de gaten.