Terug naar de essentie van het auteursrecht

De Basta-aflevering in januari 2011 bracht nog maar eens op pijnlijke wijze de zwaktes van het collectieve beheer aan het licht; helaas opnieuw een bevestiging van de heersende publieke perceptie over auteursrechten, waartegen stilaan een hetze lijkt te ontstaan. De noodzaak dringt zich op om terug te keren naar de essentie: wat zijn auteursrechten en langs welke omwegen komt het geld terecht bij wie het toekomt?

Om auteursrechten te beheren en om contracten met producenten en uitgevers te onderhandelen kunnen auteurs beroep doen op een beheersvennootschap. Auteurs verenigen zich in auteursvennootschappen opdat zij zich kunnen focussen op hun creatieve bezigheden. Dit geldt niet enkel op het vlak van de muziek: in de wereld van de scheppende kunstenaars laten ook scenaristen, regisseurs, theaterauteurs, literaire auteurs, illustratoren en ga zo maar door hun rechtenbeheer over aan beheersvennootschappen. En niet alleen scheppende kunstenaars, maar ook uitvoerende kunstenaars, producenten en uitgevers kiezen voor een systeem van collectief beheer.

Collectief beheer?

Voor sommige rechten is het voor de auteur praktisch onmogelijk om ze zelf te beheren en elke exploitatie of gebruik van het werk te controleren, voor andere rechten is het wettelijk niet voorzien dat een auteur ze rechtstreeks int (reprografie, thuiskopie, kabelrechten,…). Dankzij het collectieve beheer heeft de auteur in elk geval recht op een vergoeding, waar bovendien een minimale administratieve rompslomp en bijbehorend kostenplaatje (in de vorm van werkingskosten) tegenover staat. Bij het huidige aanbod van auteursrechtelijk beschermd werk en de nieuwe kanalen die zich aandienen voor de verspreiding ervan lijkt het collectieve beheer de beste oplossing.

Langs de kant van de gebruikers is het evenmin haalbaar om voor elke uitzending van een film, voor elk lied of voor elke (bewerking tot) theatertekst de rechthebbende op te sporen en hem vervolgens om toestemming te vragen. Voor de gebruikers vormen de beheersvennootschappen een centraal aanspreekpunt voor het ‘clearen’ van de rechten. Met andere woorden: ook voor hen betekent het bestaan van beheersvennootschappen een vereenvoudiging van de wettelijke stappen die moeten genomen worden om aan het auteursrecht te voldoen.

Twee gesprekspartners dus, met verschillende belangen: voor een optimale werking van de beheersvennootschappen moet het algemeen belang centraal staan en moet er steeds een billijk evenwicht nagestreefd worden tussen de belangen van de gebruikers en van de rechthebbenden, van wie de vennootschappen een uitdrukkelijk mandaat tot inning hebben gekregen.

Om kort te gaan: een beheersvennootschap is geen taxatiekantoor dat belastingen int op het gebruik van auteursrechtelijk beschermd werk, maar een partner van de auteur die het beheer van zijn rechten uitdrukkelijk heeft overgedragen aan de beheersvennootschap. Beheersvennootschappen zijn burgerlijke vennootschappen samengesteld uit de rechthebbenden: auteurs, uitgevers, acteurs, producenten. Het zijn dus geen publieke of half-publieke instellingen, zoals wel eens wordt beweerd.

Transparant beheer

De FOD van Economie kijkt steeds nauwlettender toe op de werking van de beheersvennootschappen om eventuele wanpraktijken aan het licht te brengen. Aanleiding hiertoe waren aanhoudende klachten over gebrek aan transparantie en misbruik van macht – klachten die zeker niet golden voor alle beheersvennootschappen maar die wel leidden tot een grondige wetswijziging betreffende de controle. De reglementering rond deze controle op de beheersvennootschappen is niet mals en betekent een aanzienlijke bijkomende administratieve en boekhoudkundige belasting.

Een goed en betrouwbaar collectief beheer is bovendien alleen mogelijk wanneer dit gestoeld is op een ethisch charter dat door de auteurs wordt onderschreven en opgevolgd. Bij gebrek aan regelmatige ruggespraak met de vennoten kan het lastig zijn om het vertrouwen in stand te houden en bovendien zet het de deur open voor een doorgedreven administratieve benadering die haar voeling met de realiteit en met haar doelgroep heeft verloren. Ook buiten de muziek is er nood aan een transparante beheersvennootschap die in naam van haar vennoten een constructieve dialoog aangaat met producenten en gebruikers van de verschillende repertoires (fictie, documentaire, literatuur, illustratie, strip, animatie, theater, choreografie, multimedia), die bovendien geënt is op de specifieke culturele en professionele realiteit van de Vlaamse culturele wereld en die tegelijkertijd internationaal gericht is.

Het alternatief ligt sinds lange tijd ter tafel bij FOD Economie: deAuteurs is sinds september 2011 erkend en operatief sinds januari 2012.