Natuurlijke persoon

Naar Belgisch recht is de auteur de natuurlijke persoon die de auteursrechtelijke creatie daadwerkelijk tot stand brengt of bracht en is de titularis van alle rechten op zijn werk.

Rechtspersonen, zoals VZW’s of vennootschappen, werkgevers kunnen dus geen oorspronkelijke auteurs zijn van een werk. Zij kunnen contractueel wel bepaalde rechten verkrijgen van de auteur-natuurlijke persoon.

De scenarist-natuurlijke persoon kan bijvoorbeeld bepaalde auteursrechten overdragen aan het productiehuis die dan verder voor de verfilming van zijn werk kan zorgen.

Naamsvermelding

Artikel XI.170, lid 2 WER creëert een vermoeden dat diegene wiens naam op het werk vermeld staat, geacht wordt de auteur te zijn tot bewijs van het tegendeel. Tegenbewijs is steeds mogelijk.

In het geval van pseudonieme of anonieme werken wordt de uitgever vermoed auteur te zijn tot bewijs van het tegendeel. De auteur kan zich op elk moment kenbaar maken: het auteursrecht wordt vanaf dan door de auteur uitgeoefend.

Werken in opdracht of in het kader van een arbeidsovereenkomst

Met betrekking tot de werken gemaakt in opdracht of werken die tot stand zijn gekomen krachtens een arbeidsovereenkomst of (ambtenaren)statuut, blijft het basisprincipe gelden: de auteur (werknemer, ambtenaar, opdrachtnemer) is de natuurlijke persoon die het werk tot stand heeft gebracht.

In principe is de opdrachtgever, werkgever of overheid dus geen houder van het auteursrecht, tenzij uitdrukkelijk in de overdracht van auteursrechten werd voorzien zoals bepaald in de auteurswet. Dergelijke overdracht kan voorzien worden in de aannemingsovereenkomst, arbeidsovereenkomst, arbeidsreglement, de statuten van de VZW of vennootschap.

Als werknemer van de VRT zal men bijvoorbeeld via de arbeidsovereenkomst en het reglement zijn auteursrechten hebben overdragen aan de VRT.

Deze overdracht heeft enkel betrekking op de exploitatierechten. Het zogenaamde moreel recht blijft bij de auteur rusten (zie hierover Wat zijn morele rechten?)

Werken gemaakt door meerdere auteurs

Medeauteurschap of coauteurschap

Samenwerking bij de creatie is mogelijk. Wanneer verschillende auteurs samenwerken aan hetzelfde werk, is er sprake van medeauteurschap of coauteurschap. Bijvoorbeeld: twee scenarioschrijvers schrijven samen het scenario voor een film, een componist en tekstschrijver maken samen een lied, twee beeldhouwers ontwerpen een kunstwerk.

Om als coauteur beschouwd te worden, moet het gaan om een samenwerking bij de schepping van het werk en er moet een wezenlijke bijdrage geleverd worden tot het gemeenschappelijke werk. Een model dat poseert voor een schilder zal niet als coauteur van het schilderij beschouwd worden. Evenmin kan een redacteur die de taalfouten uit een manuscript haalt, coauteurschap ervan opeisen. Lees hier meer over coauteurschap.

Samenwerkingsovereenkomst opstellen

Wanneer men als coauteur met anderen meewerkt aan een kunstwerk, is het aan te raden om een overeenkomst op te stellen tussen de verschillende auteurs. Deze samenwerkingsovereenkomst bepaalt wie de coauteurs zijn en bepaalt eenieders aandeel in het gemeenschappelijk werk in functie van hun respectieve inbreng. In deze overeenkomst kunnen de auteurs ook de samenwerkingsregels bepalen, de verdeelsleutels voor de vergoeding en auteursrechten, de mogelijkheid voorzien om al dan niet de samenwerking stop te zetten en de gevolgen hiervan, de mogelijkheid tot exploitatie van het werk omschrijven en de procedure bepalen wanneer er plagiaat van het werk wordt vast gesteld. Modellen van samenwerkingsovereenkomsten kunnen worden verkregen bij deAuteurs.

De auteurswet stuurt in de eerste plaats aan op een overeenkomst tussen de verschillende coauteurs.

Bij gebrek aan overeenkomst

Indien er geen overeenkomst werd opgesteld, kan men terug vallen op de regels van de auteurswet. Zij maakt hierbij een onderscheid tussen splitsbare en onsplitsbare medewerking (zie Splitsbare of deelbare medewerking en Onsplitsbare of ondeelbare medewerking).

Splitsbare of deelbare medewerking

Dit is het geval wanneer de individuele prestatie van de verschillende auteurs duidelijk te onderscheiden is.

Voorbeelden: een boek met afzonderlijke bijdragen van verschillende auteurs, een film die ontstaat door de samenwerking van een scenarist, regisseur en componist of een tekenaar en tekstschrijver van een stripverhaal.

Het is aan te raden de relatie tussen de coauteurs in een overeenkomst te regelen. Bij gebrek aan overeenkomst bepaalt artikel XI.169 WER dat elke auteur het auteursrecht kan uitoefenen voor de afzonderlijke exploitatie van de eigen creatie maar dat deze exploitatie het gemeenschappelijke werk niet in gedrang mag brengen. De tekenaar van het stripverhaal zou bijvoorbeeld een tentoonstelling van zijn illustraties kunnen organiseren, op voorwaarde dat deze tentoonstelling het gemeenschappelijke werk niet in gedrang brengt.

De wet zegt verder nog dat het “deelbare” karakter van het gemeenschappelijk werk er niet toe mag leiden dat men van coauteur verandert, tenzij dit contractueel werd bedongen.

Onsplitsbare of ondeelbare medewerking

Hiervan is sprake wanneer de bijdragen in het werk zijn versmolten en de individuele bijdrage aan het werk niet meer te herkennen is. Alle coauteurs bezitten samen het auteursrecht op het werk en moeten dan ook samen de rechten uitoefenen.

Ook hier regel je de relatie tussen de coauteurs best in een overeenkomst.

Bij gebrek aan overeenkomst bepaalt artikel XI.168 WER dat er geen afzonderlijke uitoefening van de rechten mogelijk is zonder toestemming van de andere(n). De rechten moeten samen uitgeoefend worden. Elke auteur heeft als het ware een vetorecht ten opzichte van zijn of haar coauteurs voor de exploitatie van het gemeenschappelijk werk. In geval van onenigheid beslist de rechtbank.

De rechter kan verschillende beslissingen nemen. Zo zegt de wet:

“de rechter kan ten alle tijde de machtiging tot publicatie van het werk afhankelijk stellen van de maatregelen die hij nuttig acht; hij kan, op verzoek van de auteur die zich tegen de publicatie verzet, beslissen dat deze niet zal delen in de kosten en baten van de exploitatie of dat zijn naam niet op het werk zal voorkomen”.

Een rechter kan dus niet alleen een uitspraak doen over de verdeling en uitoefening van de vermogensrechten, maar eveneens over de morele rechten (zoals recht op naamsvermelding).

Elke auteur kan wel afzonderlijk, in eigen naam en zonder tussenkomst van de coauteurs, optreden tegen inbreuken en voor zijn deel schadevergoeding vorderen.